In eerste instantie werd ik
ondergebracht in een ouderwetse badkamer
op de achtste verdieping. De stoelen
waren versleten en de bank oogde niet
bepaald fris. Ik merkte al snel dat de
kamer niet geluiddicht was, met als
gevolg dat ik vroeg in de ochtend werd
gewekt door het lawaai van claxons op
Zhichun Road. Na mijn klachten stemde de
receptie ermee in om me te verplaatsen
naar een kamer aan de binnenplaats. Deze
kamer bevond zich in een recent
gerenoveerd hoogbouwgebouw en bood
aanzienlijk betere omstandigheden.
Vanuit het raam had ik een prachtig
uitzicht op de West Mountain, maar de
kamer zelf was wat aan de krappe kant.
Zelfs de strijkplank was verkleind,
waardoor er geen ruimte was om deze uit
te klappen.