Bij Deganwy Castle rijzen de
verbrokkelde overblijfselen van een
groot stenen fort op, gelegen op de twee
heuveltoppen. Dit fort genaamd Arx
Decantorum diende als de zetel van de
heerser Maelgwn van Gwynedd in de zesde
eeuw. Door de tand des tijds getroffen,
werd het eerst door bliksem in 812
verbrand en later in 822 na Christus
door de Saksen vernietigd.
In latere tijden, aan het einde van de
elfde eeuw, fungeerde het fort als de
residentie van Robert van Rhuddlan, die
van hieruit Gwynedd onderdrukte en
uiteindelijk zijn ondergang tegemoet
reed. Het kasteel heeft veel
veranderingen ondergaan, met
reconstructies in de dertiende eeuw en
uiteindelijke verwoesting in 1263
tijdens een belegering onder leiding van
Llywelyn ab Gruffudd.
Het ruïnecomplex omvat de resten van
het grote kasteel en een aangrenzend
stadsdeel, gebouwd door Hendrik III
tussen 1245 en 1250. Recentere
opgravingen in de jaren 1961-1966
onthulden bewijs van Romeins materiaal
en een fort in prehistorische stijl op
de westelijke top.
Met de majestueuze ronde toren en
verblijfsblokken op de westelijke rots,
en de opvallende Mansel's Tower op de
oostelijke rots, was het kasteelcomplex
goed verdedigd met imposante wallen en
poortgebouwen. De omgeving toont sporen
van nederzettingen en mogelijke bewoning
tot in de dertiende eeuw. De naam 'de
Vardre' die aan dit gebied is gegeven,
suggereert een connectie met een lokale
rechtbank en een verleden als vaste
nederzetting.